“Om je ecologische voetafdruk te verkleinen, kan je beter lokaal dan plantaardig eten.” Een uitspraak die we vaak horen wanneer het gaat over de invloed van voeding op het milieu… maar klopt ze ook? In dit artikel gaan we graag wat dieper in op deze vaak voorkomende misvatting.
Lokale voeding om je ecologische voetafdruk te verkleinen: dé oplossing?
In context van de huidige klimaatproblematiek wordt de bevolking vaak opgeroepen om meer lokale voeding te eten. Hoewel lokale producten kopen heel belangrijk is om kleinschalige producenten te steunen, blijkt het weinig effect te hebben op de opwarming van de aarde wanneer het niet gepaard gaat met een verandering van ons huidige voedingspatroon.
Enkele cijfers:
Een kwart van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is te wijten aan voedselproductie.
Volgens een rapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) is de vee-industrie verantwoordelijk voor ongeveer 6,2 miljard ton CO2-uitstoot per jaar. Dit is 12% van alle menselijke CO2-uitstoot en 40% van alle landbouwuitstoot.
Het idee dat ‘lokaal eten’ dé oplossing is voor het verkleinen van onze ecologische voetafdruk wordt sterk in twijfel getrokken. (Voedsel)transport is namelijk verantwoordelijk voor minder dan 10% van de globale CO2-uitstoot.
Wanneer we gaan kijken naar de uitstoot van broeikasgassen van verschillende voedingsproducten, zien we dat het productieproces van rundvlees 60 kilogram CO2-equivalenten uitstoot per kilogram vlees, terwijl dat bij de productie van erwtjes maar 1 kilogram CO2-equivalenten per kilogram eindproduct is.1
bekijk de interactieve tabel hier
Het eten van lokale voeding verkleint jouw ecologische voetafdruk dus maar een klein beetje. Het is namelijk niet zo zeer de geografische locatie maar wel het soort voedingsproduct dat de hoeveelheid CO2-uitstoot van een maaltijd bepaalt.
Eén keer per week geen dierlijke producten eten vermindert onze uitstoot van broeikasgassen meer dan zeven dagen per week uitsluitend lokale voeding te eten.
Wil je graag meer veggie eten maar weet je niet goed waar te beginnen? Geen nood! Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang iedere donderdag een e-mail vol tips, tricks en recepten om snel, makkelijk en lekker plantaardig te eten.
Wat zijn dan wel de voordelen van lokale voeding?
Door lokale producten te kopen, steun je rechtstreeks de boeren uit jouw regio. Dit helpt om familieboerderijen in stand te houden, de diversiteit van gewassen te behouden en de lokale economie te versterken.
Bovendien gaat er niets boven de versheid van lokale producten. Door te kiezen voor groenten en fruit die bij je in de buurt worden geteeld of geproduceerd, kan je zeker zijn dat je geniet van verse ingrediënten. Lokale groenten en fruit worden pas geoogst wanneer ze rijp zijn, wat leidt tot een betere smaak van de ingrediënten.
Daarnaast verminder je ook je ecologische voetafdruk door langeafstandstransport te vermijden.
Lokaal én plantaardig eten: een onmogelijke opdracht?
Het idee dat het beter is om lokaal te eten dan plantaardig, impliceert dat het moeilijk of zelfs onmogelijk is om aan onze voedingsbehoeften te voldoen met enkel lokaal geproduceerde plantaardige voeding.
Toch hebben de meeste regio’s waar de mens leeft (met uitzondering van woestijnen en de uithoeken van Antarctica) een grote verscheidenheid aan plantaardige voeding dat ons in onze dagelijkse behoeften kan voorzien. Denk aan fruit, groenten, granen, peulvruchten, zaden en noten.
Ondanks de beschikbaarheid van deze ingrediënten, zijn ze niet allemaal even sterk vertegenwoordigd in onze eetgewoonten. Vooral peulvruchten worden vaak verwaarloosd. Deze verwaarlozing valt niet toe te schrijven aan de moeilijkheid deze te telen, maar eerder aan historische en culturele factoren alsook economische modellen waarbij het aanbod zich aanpast naargelang de vraag. De groeiende vraag naar plantaardige voeding zou dus kunnen leiden tot een hernieuwde interesse in het telen van peulvruchten in regio’s waar dit nu amper of niet meer wordt gedaan.
Lokaal en plantaardig eten is dus niet enkel mogelijk, het wordt ook aangemoedigd. Het enige wat je hoeft te doen, is de mogelijkheden in jouw buurt verkennen. Neem een kijkje bij producenten, biowinkels, en lokale markten in de omgeving waar je woont.
Het Good Food-label
Eet gezond, lokaal en veggie met de hulp van Good Food! Zelfs op restaurant!
Restaurants met het Good Food-label werken met lokale seizoensproducten, bieden veggie menu’s aan en proberen voedselverspilling te vermijden. Deze restaurants hanteren een duurzame aanpak door de verschillende Good Food-criteria te respecteren.
Het label is in handen van Leefmilieu Brussel, wordt toegekend voor niet-commerciële doeleinden en wordt gecontroleerd door een onafhankelijke instantie. Het label heeft drie niveaus naargelang de hoeveelheid criteria worden nageleefd en is drie jaar geldig.
Hoe belangrijk is Good Food in Brussel?
Een derde van de CO2-uitstoot in regio Brussel is het gevolg van de voedingsindustrie. De impact van wat we eten op het milieu is enorm, zowel op vlak van productie, distributie als afval.
De Good Food-strategie bestaat al sinds 2016 en is een proactief overheidsbeleid dat werd gelanceerd en verder wordt ondersteund door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met deze strategie wil Brussel voeding een centrale plek geven in alle facetten van de stedelijke dynamiek (economisch, sociaal, ecologisch).