Aardappelpasteitjes

Doe de olie in een grote koekenpan met antiaanbaklaag en zet hem op halfhoog vuur. Voeg als de olie heet is, de mosterdzaadjes toe. Doe er zodra het mosterdzaad opspringt, de komijn bij. Voeg twee seconden later de gember en groene chilipeper toe en roer een paar seconden. Doe er koriander, kurkuma en chilipoeder bij. Roer alles eenmaal door elkaar en meng er snel de gebroken aardappels door. Roerbak 1 minuut.

Giet 4 el water in de pan, draai het vuur lager en roer alles door elkaar. Roer het citroensap, zout en garam masala erdoor. Laat nog 1 minuut koken.

Laat dit mengsel afkoelen.

Verhit de oven tot 220 °C. Bekleed 2 bakplaten met bakpapier. Bestuif het werkvlak en het deeg met bloem. Snijd het deeg als je een blok deeg hebt gekocht doormidden. Rol elk stuk uit tot een lap van 30 x 30 cm. Snijd het teveel aan deeg eraf. Snijd elk vel in 4 vierkanten zodat u er in totaal 8 hebt en prik de deeglapjes in met de tanden van een vork. Verdeel de aardappelvulling in 8 gelijke porties.

Leg een vierkantje bladerdeeg met een punt naar je toe en sla het dubbel tot een driehoekje om te zien waar de vouw loopt. Sla het weer open, schep 1 portie aardappelvulling langs de vouw en spreid het uit tot op 2 cm van de twee dichtstbijzijnde randen. Doop je vinger in koud water en bestrijk de lege randen met water. Sla de lege helft van het deegvelletje over de vulling en druk de randen met de vingertoppen stevig op elkaar. Maak alle pasteitjes op dezelfde manier.

Leg ze op de voorbereide bakplaten en zet ze 15 minuten in de oven. Schakel daarna de oventemperatuur terug naar 190 °C en bak de pasteitjes nog 20 minuten of tot ze goudbruin en gaar zijn. Serveer ze heet, warm of op kamertemperatuur.