-
Verwarm de oven voor op 180°C.
-
Leg het vel kruimeldeeg in een (hoge) taartvorm. Leg een vel bakpapier op het deeg en vul de taartbodem met bakbonen. Bak de taartbodem ‘blind’ gedurende 15 minuten.
-
Haal de taartbodem uit de oven, verwijder het bakpapier en de bakbonen en bak nog 5 minuten of tot de randjes mooi goudbruin kleuren.
-
Haal de taartbodem uit de oven en laat afkoelen.
-
Maak, terwijl je de bodem bakt, de karamelsaus. Meng de sojamelk met het puddingpoeder en zet opzij. Doe de bruine suiker en de boter in een pannetje. Verwarm op een laag vuur tot alles gesmolten is. Blijf roeren met een houten lepel. Op een bepaald moment zal het mengsel beginnen borrelen, blijf dan nog even doorroeren. Haal dan het pannetje van het vuur en giet er het sojamelkmengsel bij. Roer tot de karamel indikt; roer stevig zodat er geen klonters ontstaan. Zet de karamel opzij en laat even afkoelen.
-
Pel ondertussen de bananen en snij ze in schijfjes.
-
Leg één laag bananenschijfjes op de afgekoelde taartbodem, giet er de helft van de karamelsaus overheen, leg vervolgens nog een laag banaan en eindig met de rest van de karamelsaus.
-
Klop nu de sojaslagroom stijf met de bloemsuiker. Het is heel belangrijk dat de taart volledig is afgekoeld voor je er de slagroom op smeert!
-
Werk af met chocoladekrullen.