Knolselder, wilde tuinkers, hazelnoot, roggebrood

Was de knolselders en bak ze in de oven op 200°C. Haal er één uit na ongeveer 50 min. (de knolselder moet binnenin nog vast zijn, gebruik een breinaald om dit te testen).

Laat de andere knolselder verder garen tot hij binnenin zacht is (ongeveer een 75 min., afhankelijk van de grootte en de structuur van de knolselder). Laat ze afkoelen en schil ze voorzichtig met de punt van een groot mes.

Snijd de langst gegaarde knolselder in stukken. De andere snijd je in twee om vervolgens kort te grillen of op de BBQ te leggen. Snijd er daarna heel dunne plakken van met een mandoline.

Maak ondertussen een pesto van de tuinkers of waterkers met de olie, het zout en de hazelnoten.

Breng het water, de suiker, het zout en de witte wijnazijn aan de kook en laat afkoelen. Marineer de stukken knolselder er enkele uren in. Laat ze daarna goed uitlekken.

Steek rondjes uit het roggebrood en rooster die kort op 180°C in de oven.

Meng de olijfolie en azijn tot een vinaigrette.

Verdeel eerst wat pesto op een bord, leg daar de gemarineerde knolselder op en dan de gegrilde plakjes. Breng op smaak met wat zout en werk af met de vinaigrette en nog wat blaadjes kers.