2. Pel de sjalotjes, snij ze in vieren en doe ze met citroenschil, laurier bij de linzen. Zet de linzen 2 cm onder water en breng aan de kook zonder deksel. Als er schuim bovenop de linzen verschijnt kan je dit best zo veel mogelijk afscheppen.
3. Laat de linzen zo’n 25 minuten koken op een zacht vuur met deksel, net zo lang tot ze gaar zijn, maar niet uiteen vallen. Giet – indien nodig – de linzen af, verwijder de citroenschil en laurier. Voeg olijfolie, citroensap, koriander, peper en zout toe.
4. Werk af met grof gehakte peterselie en munt.
– Je kan voor dit gerecht verschillende soorten linzen (beige linzen, beluga linzen, …) gebruiken, maar we zijn fan van de grijsgroene Du Puy linzen. Deze hebben een lichte nootachtige smaak en blijven heel bij het koken. Gebruik zeker geen oranje linzen want deze vallen erg snel uit elkaar.
– Als je nog een klein beetje vocht over hebt na het koken, dan kan je dit in plaats van af te gieten ook binden met maïzena, arrowroot of kuzu.
– Een overschotje kan je bijkruiden of afwerken met sojasaus en gebruiken als broodbeleg, of voor op toastjes.