Verwarm de oven voor op 160 °C. Wij maken de crumble meestal in een specifieke crumble- of quichevorm (ca. 23 cm).
Verwijder de klokhuizen van de appels en snijd ze in hapklare stukjes. Maak de rabarber schoon en snijd de stengels in hapklare stukjes. Doe de appel, de rabarber en de frambozen in een middelgrote pan en voeg de ahorn-/agavesiroop, de kaneel, het gemberpoeder en het water toe. Breng alles aan de kook, zet het vuur laag en kook het fruit onder af en toe roeren in zo’n 20 minuten tot een grove moes. Voeg een beetje water toe als het fruit blijft plakken.
Gebruik je kokosolie voor de crumble, smelt deze dan op laag vuur. Schenk de gesmolten kokosolie (of zonnebloemolie) in een kom en voeg de havermout, het amandelmeel, de pompoen- en de zonnebloempitten en de ahorn-/agavesiroop toe. Roer tot alles goed is vermengd.
Doe het gare fruit in de vorm en strijk het gelijkmatig uit. Verdeel de crumbletopping gelijkmatig over het fruit en zet de vorm ongeveer 20–25 minuten in de oven of tot de crumble mooi goudbruin ziet.