Zelfgemaakt platbrood met ragout van warmoes en kikkererwten

Begin met het deeg voor het platbrood. Vermeng alle ingrediënten behalve de boter in een ruime mengkom met je handen tot je een soepel deeg bekomt dat loslaat van de kom. Voeg eventueel nog wat extra bloem toe. Kneed het gedurende 1 min op een met bloem bestoven werkblad tot het gelijkmatig en glad is. Leg het terug in de kom, dek af en laat minstens 1 uur rusten in de koelkast. Maak intussen de kikkererwten en warmoes klaar.

Neem de warmoes en scheur de bladeren van de stelen. Breng een ruime kookpot met water aan de kook en blancheer hierin de stelen gedurende 3 min. Doe na 3 min de bladeren erbij en blancheer nog 2 min. Giet hierna alles af en laat de warmoes schrikken onder koud water. Laat vervolgens goed uitlekken, knijp overtollig vocht eruit en hak in fijne reepjes.

Snipper de ui en hak de look fijn. Verhit een scheutje olie (of nootje boter) in een grote pan. Fruit hierin de ui en knoflook tot ze glazig zijn. Voeg komijn, nootmuskaat en kaneel toe en roer goed om. Doe de warmoes en kikkererwten in de pan en schep alles gedurende 5 min om. Voeg nu citroensap, munt, koriander en zout en peper toe. Neem de pan van het vuur en laat even afkoelen. Roer er vervolgens de yoghurt door. Proef en voeg zout en peper naar smaak toe. Houd opzij terwijl je de broodjes afbakt.

Na de bereiding van de kikkererwten en warmoes haal je het deeg voor het platbrood uit de koelkast. Verdeel het in 6 gelijke balletjes en rol elk balletje met behulp van een deegrol uit tot een ronde lap van +/- 2 mm dikte. Verhit een klontje boter of scheutje olie in een koekenpan op een matig vuur en bak de broodjes gedurende 2 min aan elke kant tot ze goudbruin zijn. Voeg zo nodig nog wat vetstof toe. Je kan gerust alle broodjes in 1 keer bakken. Houd ze dan wel warm in een oven van 100 °C zodat ze warm en soepel blijven tot aan het opdienen. Serveer het platbrood op een bord met wat ragout er bovenop of ernaast.